Wanneer het leerlingenprogramma
gestart wordt verschijnt er als eerste een inlogscherm.
Rechtsboven in het scherm
staat een kruisje. Hiermee kan het programma altijd worden
afgesloten.
Bij het inlogscherm moeten
een naam en een wachtwoord ingevoerd worden.
Klik daarvoor op het juiste
vak en typ de naam en het wachtwoord in.
Klik op daarna op ‘verder’.
Namen en wachtwoorden zijn
hoofdlettergevoelig!
Als u nog geen naam en
wachtwoord heeft kunt u de vakken ook leeg laten.
Het programma heeft dan wel
enkele beperkingen:
Kijk bij ‘registreren’ hoe u een naam en een
wachtwoord kunt krijgen.
Kies de juiste naam in de
lijst.
Klik dan op ‘verder’.
Als de leerkracht er voor
kiest om met wachtwoorden te werken
moet er ook een wachtwoord
ingetypt worden.
Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig!
In het hoofdmenu staan de
namen van de kaarten: Nederland en de 12 provincies.
Bij elke kaart kan er
gekozen worden tussen oefenen en toetsen. Ook is er knopje van
een
stopwatch te zien. Hiermee
kan het Toporace-spel gespeeld worden.
Als er een andere leerling met het programma moet gaan werken kan er
rechtsonder
in het scherm geklikt worden
op ‘andere leerling’.
Topografie oefenen kan
altijd door te klikken op het groene ‘oefen’-knopje onder
een kaart. Bij het oefenen worden de plaatsen in een
willekeurige volgorde gevraagd.
Wanneer een leerling op een
verkeerde plaats klikt vertelt het programma de naam
van die plaats en moet de
leerling verder zoeken tot het de goede plaats gevonden
heeft. De leerling krijgt te
zien hoe vaak er een verkeerde plaats is aangeklikt.
Tijdens het oefenen kan er altijd gestopt
worden door op <escape> te drukken.
Als er bij een kaart een
donkerrood ‘toets’-knopje staat kan er getoetst worden.
Soms mag een leerling een
kaart niet toetsen. Het ‘toets’-knopje is dan lichtrood.
Een kaart mag niet getoetst
worden wanneer…
Bij een toets worden net als
bij een oefening alle plaatsen in een willekeurige
volgorde gevraagd. Aan het
einde van de toets ziet de leerling of hij of zij de
toets gehaald heeft. Ook
ziet de leerling welke fouten er gemaakt zijn.
In het leerkrachtenprogramma
kan ingesteld worden hoeveel
fouten er maximaal gemaakt
mogen worden.
Als een leerling alle
toetsen heeft gehaald komt er in beeld dat hij of zij geslaagd is.
Door op de printer te
klikken kan er een topodiploma worden uitgeprint. Er verschijnt
een nieuw venster met daarin
een diploma met de naam van de leerling. Het diploma
kan worden afgedrukt door in
de internetbrowser de pagina af te drukken.
Wanneer een kind een toets
nog niet gehaald heeft staat er bij een kaart een
licht gekleurde stopwatch.
Het spel kan dan nog niet gespeeld worden.
Nadat de toets gehaald is,
is de stopwatch donker gekleurd. Het spel kan gespeeld
worden door op de stopwatch
te klikken.
Bij het spel is het de
bedoeling dat de leerling zo snel mogelijk alle gevraagde plaatsen
aanklikt. De tijd wordt
hierbij bijgehouden. De vijf snelste tijden zijn te zien in de top-5.
De top-5 kan vanuit het lerarenprogramma
gewist worden.