Inloggen

 

Wanneer het leerlingenprogramma gestart wordt verschijnt er als eerste een inlogscherm.

Rechtsboven in het scherm staat een kruisje. Hiermee kan het programma altijd worden

afgesloten.

 

 

Bij het inlogscherm moeten een naam en een wachtwoord ingevoerd worden.

Klik daarvoor op het juiste vak en typ de naam en het wachtwoord in.

Klik op daarna op ‘verder’.

 

 Namen en wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig!

 

Als u nog geen naam en wachtwoord heeft kunt u de vakken ook leeg laten.

Het programma heeft dan wel enkele beperkingen:

 

 

Kijk bij ‘registreren’ hoe u een naam en een wachtwoord kunt krijgen.

 

omhoog

 

 

 

 

 

Naam kiezen

 

 

Kies de juiste naam in de lijst.

Klik dan op ‘verder’.

 

Als de leerkracht er voor kiest om met wachtwoorden te werken

moet er ook een wachtwoord ingetypt worden.

 

 Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig!

 

omhoog

 

 

 

 

 

Hoofdmenu

 

 

In het hoofdmenu kan er gekozen worden tussen tafels oefenen en toetsen.


Als er een andere leerling met het programma moet gaan werken kan er rechtsonder

in het scherm geklikt worden op ‘andere leerling’.

 

 

De volgende tafels kunnen geoefend en getoetst worden:

 

 

 

Oefenen

 

 

Tafels oefenen kan altijd door te klikken op het groene ‘oefen’-knopje onder

een tafel.

Bij ‘oefeningen’ staat beschreven welke oefeningen er zijn.

 

 

Toetsen

 

Als er bij een tafel een donkerrood ‘toets’-knopje staat kan een tafel getoetst

worden.

 

Soms mag een leerling een tafel niet toetsen. Het ‘toets’-knopje is dan lichtrood.

 

Een tafel mag niet getoetst worden wanneer…

 

 Als bij een een gemengde toets geen voldoende resultaat behaald is kan het zijn

dat er aparte tafels weer opnieuw geoefend en getoetst moeten worden.

 

 

 

Als een leerling alle toetsen heeft gehaald komt er in beeld dat hij of zij geslaagd is.

Door op de printer te klikken kan er een tafeldiploma worden uitgeprint. Er verschijnt

een nieuw venster met daarin een diploma met de naam van de leerling. Het diploma

kan worden afgedrukt door in de internetbrowser de pagina af te drukken.

 

 

omhoog

 

 

 

 

 

Toetsen

 



Bij het maken van de toets moeten er bij de aparte tafels 20 sommen en bij de

gemengde tafels 30 sommen gemaakt worden.

Na elk ingevoerd antwoord moet op er op het toetsenbord op <enter> gedrukt

worden.

Onder in beeld is een blauwe balk te zien die aangeeft hoever de leerling met

de toets is.

 

Aan het eind van de toets wordt aangegeven of de toets al dan niet gehaald is.

Ook wordt bij een gemengde toets aangegeven welke aparte tafels eventueel

nog extra geoefend moeten worden.

 

In het leerkrachtenprogramma kan ingesteld worden hoe lang een leerling over

een toets mag doen en hoeveel fouten er maximaal gemaakt mogen worden.

 

omhoog

 

 

 

 

 

Oefeningen

 

 

Er zijn 10 verschillende oefeningen beschikbaar om de tafels te oefenen.

Een oefening kan gestart worden door te klikken op een afbeelding.

Klik op ‘terug’ om terug te komen in het hoofdmenu.

 

  Tijdens het oefenen kan er altijd gestopt worden door op <escape> te drukken.

 

 

Oefening 1: brieven bezorgen

 

 

Op de envelop is een som te zien. Er moet zo snel mogelijk op de brievenbus

met het goede antwoord geklikt worden.

Onder in beeld is een stopwatch te zien. De punten van de leerling worden in

snel tempo minder

 

Na 10 sommen wordt de stopwatch stilgezet en wordt er gekeken hoeveel

punten de leerling nog heeft.

Hierna moet de oefening een tweede keer gedaan worden om te kijken of

de score verbeterd kan worden.

 

 

Oefening 2: ballonnen klikken

 

 

Er komt een tafelsom in beeld. Van onder in het scherm zweven 5 ballonnen met

antwoorden naar boven. Er moet geklikt worden op de ballon met het goede antwoord.

 

Bij een goed antwoord krijgt de leerling een bloem erbij. Bij 20 bloemen is de

oefening klaar.

 

Bij een fout antwoord verdwijnen de ballonnen even en kan de leerling proberen

opnieuw op de goede ballon te klikken.

 

Als  de ballonnen boven uit het scherm wegzweven verdwijnt er 1 bloem.

 

 

Oefening 3: vlaggetjes

 

 

Er is een slinger van vlaggetjes waarop de antwoorden van een tafel staan.

Er ontbreekt 1 vlaggetje. Het getal van het ontbrekende vlaggetje moet ingetypt

worden. Nadat er op <enter> is gedrukt verschijnt het ontbrekende vlaggetje.

 

Als het antwoord goed is krijgt de leerling een bloem erbij. Bij 20 bloemen is de

oefening klaar.

Als het antwoord niet goed is krijgt de leerling er geen bloem bij.

 

 

Oefening 4: welke hoed?

 

 

De drie hoeden gaan na elkaar omhoog. Onder elke hoed zit een antwoord

verstopt. De leerling krijgt een som te zien en moet dan op de hoed met het

goede antwoord klikken.

 

Als er op de goede hoed wordt geklikt krijgt de leerling een bloem.

Bij 15 bloemen is de oefening klaar.

 

Als er op de verkeerde hoed geklikt wordt krijgt de leerling het goede antwoord

te zien.

 

 

Oefening 5: memory

 

 

Op het scherm zijn 10 blauwe kaartjes en 10 groene kaartjes te zien.

Onder de blauwe kaartjes staan sommen en onder de groene kaartjes

antwoorden.

 

De leerling moet de goede kaartjes bij elkaar zoeken door er op te klikken.

Als er 2 kaartjes bij elkaar gezocht zijn verdwijnen de kaartjes, de som en het

antwoord.

 

Als alle kaartjes bij elkaar gezocht zijn is de oefening klaar.

 

 

Oefening 6: foto’s raden

 

 

Een foto is verstopt onder 25 vakjes met antwoorden.

De leerling krijgt een som te zien en moet op het goede vakje klikken.

 

Na elk goed antwoord is er meer van de foto te zien. De oefening is klaar

wanneer de hele foto te zien is.

 

 

Oefening 7: ballen schieten

 

 

Er is een bord te zien met 3 gaten er in. Op het bord staat een tafelsom

en naast de gaten staan 3 antwoorden. Als de leerling op het goede gat

klikt schiet de bal erin. Klikt de leerling op het verkeerde gat dan ketst

de bal af. De som blijft staan en de leerling kan het opnieuw proberen.

 

Elk goed antwoord levert een bloem op. Bij 20 bloemen is de oefening

klaar.

 

 

Oefening 8: welke ster?

 

 

Op het scherm staan 11 sterren. In de grote ster is te zien welke tafel geoefend

wordt. Er is 1 ster met een antwoord dat niet bij de tafel hoort. Als de leerling op

deze ster klikt verdwijnt de ster en komt er een bloem bij.

Als de leerling op een verkeerde ster klikt verdwijnt er een bloem en worden de

sterren door elkaar gehusseld.

Bij 10 bloemen is de oefening klaar.

 

 Aangezien elk getal in de tafel van 1 zit kan de tafel van 1 niet met deze oefening

 worden geoefend.

 

 

Oefening 9: auto race

 

 

Er racen twee auto’s tegen elkaar. De leerling ‘bestuurt’ de rode auto onder in beeld.

Bij elk goed antwoord gaat de auto harder rijden. Bij een fout antwoord gaat de auto

langzamer rijden. Dit gebeurt ook als de leerling lang wacht met antwoorden. De auto

die als eerste over de finish gaat wint.

 

 Een verloren race moet ook afgemaakt worden.

 

 

Oefening 10: vallende getallen

 

 

Er vallen van boven naar beneden sommen. De leerling moet het antwoord intypen en

op <enter> drukken voordat de som weer uit beeld is.  Als het antwoord niet op tijd

gegeven is stopt het spel.

Linksonder in het scherm wordt de score bijgehouden.

 

Als de score nog niet boven de 10 is zal het spel nog niet stoppen wanneer een som

uit beeld is. De som verschijnt dan weer boven in het scherm.

 

 

omhoog